Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zebulon, het is een volk, [dat] [50]zijn ziel versmaad heeft [51]ter dood, insgelijks Nafthali, [52]op de hoogten des velds. 50. Dat is, zijn leven, hun personen, alzo ter dood gewaagd hebben, dat zij het leven schenen te verachten, en gewilliglijk zich daarheen te begeven, tot Israels verlossing. Zie van het woord versmaden Job 27:6. 51. Hebreeuws, tot sterven. 52. Dat is, op den berg Thabor zich houdende bij Barak, en met hem ten strijde moediglijk aftrekkende. Zie boven, hfdst.4 vs.10,14.